Pijnlijk onderzoek: statushouders moeten beter Nederlands leren, maar dat blijkt een hele opgave
ALMELO - Inburgeren wordt pittiger vanaf 2022. Het taalniveau van statushouders moet omhoog. Op dit moment slaagt bijna geen enkele inburgeraar erin om beter Nederlands te leren.
Jeroen de Kleine
Daar kwamen Almelo, Kampen, Sittard-Geleen, Den Bosch, Oss en Delft afgelopen jaar op moeizame wijze achter tijdens een pilotproject in de zes gemeenten. Statushouders zouden daar volop het veld in gaan om de Nederlandse taal beter onder de knie te krijgen. Uitjes, excursies, bijeenkomsten en praktijklessen stonden al in de agenda. Bijna alles werd afgelast door corona.
„Veel verliep daarom via online lessen en dat was lastig voor deze doelgroep”, weet wethouder Arjen Maathuis. „Dat heeft het onderzoek negatief beïnvloed. Uiteindelijk is de pilot wel afgerond en van de resultaten zijn we nogal geschrokken.”
In Almelo slaagde maar 13 procent van de deelnemers. In Oss en Sittard-Geleen was dat zelfs 0 procent. Een deel haakte al ruim voor het einde af.
Nieuw stelsel
Statushouders die mee willen doen in de samenleving, zijn verplicht om in te burgeren en Nederlands te leren.
Vanaf 2022 ligt de verantwoordelijkheid voor inburgering bij de gemeenten, omdat zij volgens de Nederlandse overheid meer zicht hebben op lokale taalhulp en de deelname van statushouders aan de maatschappij.
De reden dat de eisen worden aangescherpt is dat het huidige taalniveau niet voldoende is om een geschikte baan te vinden
Arjen Maathuis, Wethouder
Op dat moment moet een inburgeraar ook meer kunnen dan het nu verplichte niveau A2. A2 wil zeggen dat je regelmatig terugkerende zinnen en uitdrukkingen kunt begrijpen, en in eenvoudige bewoordingen wat over jezelf kan vertellen. De bedoeling is dat het niveau wordt opgekrikt naar B1. De eis is dan dat de inburgeraar dromen, plannen, verwachtingen en ambities moet kunnen beschrijven, en een goed lopende tekst op kan schrijven.
„De reden dat de eisen worden aangescherpt is dat het huidige taalniveau niet voldoende is om een geschikte baan te vinden”, legt Maathuis uit. „Dat zien we ook terug bij statushouders die hier al even zijn. Van de groep die hier in 2015 tijdens de vorige vluchtelingencrisis vanuit Syrië en Eritrea kwamen, zijn nog maar weinig mensen aan het werk.”
Streng zijn
De wethouder geeft aan dat de gemeente Almelo er in elk geval alles aan wil doen om dat niveau omhoog te krijgen. Hier neemt het ROC van Twente een belangrijk deel van dat takenpakket op zich. „We willen volop kansen bieden. Maar de hoofdverantwoordelijkheid om die kansen te pakken, ligt toch echt bij de deelnemers zelf”, benadrukt hij.
„Dat betekent dus dat we hier echt strenger op moeten zijn. Als iemand niet volledig wil deelnemen aan onze maatschappij, dan kan dat gevolgen hebben voor zijn of haar uitkering.”
Lessen
Ondanks de invloed van corona zijn er volgens Maathuis wel duidelijke verbeterpunten naar voren gekomen. „We zijn erachter gekomen dat het goed is dat inburgeraars één aanspreekpunt hebben en dat de lessen niet om taal alleen dienen te draaien. Praktijklessen zijn net zo belangrijk. Tegelijkertijd is het van belang dat deze mensen op een werkplek terechtkomen, waar ze onze taal regelmatig moeten gebruiken. Dat versnelt het leerproces.”
Gratis onbeperkt toegang tot Showbytes? Dat kan!
Log in of maak een account aan en mis niks meer van de sterren.