U hebt het misschien al gemerkt, maar ik vermijd zoveel mogelijk om over mijn aanstaand pensioen te spreken. Dat is me nog een horde te ver. Kinderachtig misschien, maar dat zegt ook wel weer wat. Mijn pensioen, dat is pas over twee jaar.
Toen het ging spelen heb ik echt lopen zoeken naar de juiste woorden. Mijn pensioen, daar was ik naartoe aan het werken. Dat ging echt nog wel even duren. Twee jaar, daarin kun je een paar kinderen krijgen, drie keer van baan wisselen, genezen van een gebroken arm en een hartaanval, een zeiltocht om de wereld maken (en terug), een eigen huis bouwen. September 2023, de maand waarin ik officieel met pensioen zou gaan, was zo bekeken nog ver weg.
Terwijl je weet dat in de volksmond iemand die op zijn 65ste stopt met werken ook gewoon met pensioen gaat. Maar ik kan of kon het moeilijk velen. Prepensioen overwoog ik een enkele seconde. Klinkt zo mogelijk nog moeizamer. VUT? Alsof ik het over mijn vader heb, of een moeilijke overbuurman. ‘Oh die, die loopt al jaren bij de deur. Is met de VUT.’
Die eufemisering van de ouderdom: de derde helft, de gouden jaren. Grijze haren ‘zilver’ noemen
Wat er onder de oppervlakte speelt, is natuurlijk gewoon trots. En ijdelheid. Dat ik nog vol in het leven sta, maar nu een stapje terug ga doen. Ineens begreep ik de moeite die mensen doen om de jaren na hun pensioen een mooiere naam te geven. Die eufemisering van de ouderdom: de derde helft, de gouden jaren. Grijze haren ‘zilver’ noemen. Die ontwikkeling is overigens decennia geleden al ingezet.
In de jaren 70 was je nog een ouwe knar na je 60ste. Op tv vertaalde zich dat in types zoals ‘opa’ Leen Jongewaard in Ja zuster, nee zuster; Kitty Courbois als starre boerenvrouw Thera Beijen in Het wassende water. Maar allengs werden de oudjes in tv-series en films vitaler, vrolijker en mondiger. Omdat we ook zelf gezonder oud worden dan onze ouders. Johnny Kraaykamp sr. was in vele series een vrólijk oud mannetje. André van Duin is een televisieheld, maar al 74. Hij heeft het patina van de wijze komiek, maar ‘opa’ zul je hem niet noemen. Niemand die dat raar vindt, inmiddels. De duvel is oud. Daarom mijd ik het woord ‘pensioen’ zo angstvallig. Ik ben nog niet afgeschreven. Ik stop slechts met werken.