We zijn onderweg naar school en de oudste van 9 leert zichzelf met losse handen fietsen. Het leven in een notendop. Daar gaat ze weer: handpalmen even bovenop de handvatten van het stuur, dan heel iets er vanaf en vervolgens hup, een paar seconden helemaal los en omhoog de lucht in: ,,Yeah!’’ Een trotse blik in de ogen, glimlach om de mond. Dan weer snel de handen aan het stuur, omdat dat vervaarlijk begint te slingeren.
Ik zie het vanuit mijn ooghoeken gebeuren en probeer me er zo min mogelijk mee te bemoeien. Loslaten is de moeilijkste oudertaak. Ik geniet er zelfs stiekem een beetje van, ben mét haar trots als het weer lukt. Er zit zoveel volhardendheid in dat koppie. Maar ‘goed zo’ zal ik niet zeggen. Ik ga het niet aanmoedigen en steeds als ze haar stuur weer vast heeft ben ik opgelucht.
Ik ga het missen, dat kleine hoofdje voor me op de fiets. Maar loslaten hè
De ventwegen waar wij rijden, zitten vol met hobbels door de wortels van de eiken ernaast. ,,Hier niet”, snauw ik dan een beetje streng naar rechts van me. Kijkt ze me brutaal vragend aan. ,,Waar ben je bang voor?” ,,Je kunt hier makkelijk vallen”, zeg ik. Ze haalt haar schouders op. We weten allebei dat als ze nooit probeert met losse handen te fietsen, het ook niet gaat lukken. Dus vallen hoort erbij. Maar voor haar is vallen iets dat nog moet gebeuren. Dat ziet ze dan wel. Ik weet wie de bloedende knie moet verbinden en de tranen drogen – als het daarbij blijft.
Op het stoeltje voorop begint de kleine van 6 nu overigens ook groeistuipen te vertonen. ,,Voor de herfstvakantie ga ik een keer zelf naar school fietsen”, zegt ze. Het is geen vraag meer. We zitten al een tijdje in een tussenfase. Ik vind school ver, ze mag korte stukken oefenen. Maar nu is het kennelijk mooi geweest. ,,Eind deze week, als het weer wat mooier is”, koop ik nog even tijd.
Ik ga het missen, dat kleine hoofdje voor me op de fiets. Maar loslaten hè. Aan alles komt een eind en dan begint er weer iets anders. Als ik de kleintjes onbeschadigd heb afgezet bij school, fiets ik door naar werk. Nog zo’n ding in het leven om los te laten, maar ik doe het met de handen vast aan het stuur.