Voormalig hoofdpiet kondigt einde van zwartepietendiscussie aan: ‘De strijd is wel gestreden’
Cabaretier Erik van Muiswinkel en het Arnhemse Posttheater hebben een bijzondere band. Hij begon er zijn loopbaan een kwart eeuw geleden en staat er komende week opnieuw. ,,We krijgen de sleutel van het pand, hangen wat rond en ’s avonds komen er wat mensen kijken.”
Rob BerendsLaatste update:18-10-21, 07:45
Toen Erik van Muiswinkel in 1997 besloot een cabaretduo te vormen met Diederik van Vleuten, zocht hij een theater voor zijn try-outs. Het werd het Arnhemse Posttheater, nog maar net geopend in het Spijkerkwartier. Een kwart eeuw later zijn komiek en theater innig verbonden.
,,Mannen van de Wereld heette onze eerste show. Het Posttheater zat nog in dat oude postkantoor in het Spijkerkwartier, tussen de hoeren. We zijn daar een aantal avonden blijven hangen, hotelletje gepakt. Twee avonden stonden we er, hoogst opmerkelijke avonden, met alcohol overgoten als ik me het goed herinner.”
Het is net als roken, daar zijn de opvattingen enorm over veranderd. Ik heb achttien jaar de hoofdpiet gespeeld, en ik heb zwarte piet ook verdedigd. Als ik mezelf terugkijk, krijg ik een enorm ongemakkelijk gevoel
En sindsdien kwam u elk jaar terug? ,,Ja. Na een jaar of drie is het Posttheater verhuisd, naar dat oude vakbondsgebouwtje waar ze nu zitten. Maar de sfeer is gebleven. Er zijn van die theaters waarmee je iets hebt. We doen vaak try-outs in het Posttheater. Dan krijgen we we de sleutel van het pand, hangen daar de hele dag rond, schuiven wat met spullen en ’s avonds komen er dan wat mensen kijken.’’
,,Overdag loop ik soms wat rond door de buurt. De Steenstraat ken ik al 25 jaar. Vroeger een ruige buurt, nu veel minder. In het Posttheater hebben ze al 25 jaar dezelfde technicus, die dan extra vroeg opstaat om de deur voor ons open te doen. In de foyer heb je ruimte om je terug te trekken, om met de maquette van het theater te spelen en te kijken hoe je het hebben wilt.’’
,,Je hebt in Nederland een paar van dat soort theaters waar ik aan verknocht ben. Bouwkunde in Deventer, Pepijn in Den Haag, het theatertje van Paul van Vliet, het Posttheater. Theaters met een geschoold cabaretpubliek.”