OM in beroep tegen vrijspraken over Twentse PGB-fraude

„We doen geen mededelingen over de motivering achter het instellen van het beroep”, zegt woordvoerster Marieke van der Molen van het Openbaar Ministerie. „Op de eerste plaats omdat we de uitspraken op dit moment nog nauwkeurig aan het bestuderen zijn.”

De twee officieren van justitie, die tijdens de vele zittingsdagen in de Almelose rechtbank overtuigd waren van opzettelijke fraude bij Saron en In 't Zadel, willen volgens Van der Molen ook zelf niets zeggen. „Ze zitten in de rechtbank in een toga, namens het Openbaar Ministerie. Daarom laten ze zich naderhand nooit uit over een uitspraak.”

De rechtbank oordeelde niet alleen dat binnen de twee Twentse instellingen geen sprake was van doelbewuste misleiding, maar dat de manier waarop het OM daarover een dossier samenstelde 'onbegrijpelijk en verwijtbaar' is. Aan dat dossier is ruim 19.000 uur aan onderzoekswerk voorafgegaan.

Volgens de rechters heeft het OM nagelaten om belangrijke informatie in dit dossier te voegen of om op onderdelen onderzoek te doen. Het OM wil niet reageren op de verwijten die de rechtbank maakt. „Daar is het nu niet de tijd voor, mogelijk gebeurt dat tijdens het hoger beroep.”

Het OM had geëist dat zeven leidinggevenden van de zorginstellingen Pastoraal Centrum Saron uit Beuningen en In ’t Zadel uit Boekelo tot 30 maanden de cel in zouden gaan. Bovendien moesten ze 2,7 miljoen terugbetalen en eiste het OM een boete van ettelijke tonnen. De zeven werden verdacht van fraude, witwassen, valsheid in geschrifte en deelname aan een criminele organisatie.

De zorginstellingen zouden jarenlang hebben gefraudeerd met persoonsgebonden budgetten, door teveel en verkeerde zorg te declareren zonder daarbij een urenregistratie vast te leggen. Maar volgens de rechtbank is daar geen enkel bewijs voor.