'Vooral zware beroepen de pineut bij verhogen pensioenleeftijd'

Dat stelt directeur Jaap Harmsen van adviesbureau Pensioen Perspectief. De gemiddelde leeftijd waarop mensen stoppen met werken, ligt al jaren op 64, maar de officiële pensioenrichtleeftijd stijgt snel. ,,Vanaf volgend jaar moeten werknemers doorwerken tot hun 68ste'', zegt Harmsen. ,,Elk jaar dat zij eerder met pensioen gaan, kost ze 7 procent. Wie volgend jaar op zijn 64ste stopt, levert dus zomaar 30 procent pensioen in.''

Die korting komt hard aan. Toch is dat voor veel mensen de realiteit, vreest Harmsen. ,,Vooral mensen met zware beroepen halen die hogere leeftijd niet. Maar ook kenniswerkers die geen fysiek zware baan hebben, ervaren steeds meer werkstress. Ze hebben moeite om alle ontwikkelingen bij te houden op hun vakgebied. Ook voor die groep is het moeilijk om tot 68 door te werken.''

Harmsen roept bedrijven op snel werk te maken van de flexibiliteit in de pensioenregelingen. ,,Naast het vroegpensioen moet er meer aandacht komen voor een deeltijdpensioen. Mensen werken dan in deeltijd en krijgen voor de rest al pensioen.''

Ook moet de optie om partnerpensioen in te ruilen voor een hoger ouderdomspensioen - dat dan eerder kan ingaan - worden gepromoot. Zeker nu steeds meer partners zelf een pensioen opbouwen, is een partnerpensioen vaak niet meer nodig, meent Harmsen. ,,De hoog-laaguitkering moet ook meer ingezet worden. Dan krijg je de eerste jaren een hogere uitkering en de latere jaren een lagere. Zo kun je de tijd overbruggen tussen je pensioen en de AOW-leeftijd.''

Bij het ABP daalt het aantal vroegpensioenen al een aantal jaren fors. Toch ging in 2016 nog 45 procent van de mensen met vroegpensioen. ,,Bij ons zitten minder mensen met zware beroepen'', verklaart een woordvoerder. ,,Bovendien kunnen mensen die extra vermogen hebben zoals een eigen huis, het zich financieel veroorloven eerder te stoppen en een lager pensioen te krijgen.''

Bij PFZW, het fonds voor de zorgsector, is het aantal mensen dat eerder stopt zo'n 15 procent. Ook het hoog-laagpensioen blijkt populair: nu al maakt één op de drie werknemers hier gebruik van.

Rectificatie
In een eerdere versie van dit artikel stond dat mensen vanaf 1 januari 2018 tot hun 68ste jaar moesten doorwerken voor ze pensioen kregen. Dat leidde bij een groot aantal lezers tot veel verwarring. In het nieuwsstuk was onvoldoende onderscheid gemaakt tussen de pensioenleeftijd en de pensioenrichtleeftijd.

Eerder dan op 68 jaar met pensioen gaan, blijft ook na 1 januari 2018 gewoon mogelijk. Maar dat betekent wel dat deze werknemers geen volledig pensioen kunnen opbouwen, en dus met minder uitkering genoegen zullen moeten nemen.