Nee, de glazen werden niet volgeschonken op een lente-achtige dinsdagmorgen op de Oude Markt. Waar elders opstandige horecabazen de lockdown trotseerden en hun zaak openden, daar bleven de terrassen in Enschede gesloten. „Maar een statement willen we wel maken”, zei Joris Eleveld, uitbater van Novi en voorzitter van de Enschedese horeca bij een spontane actie, terwijl hij met collega-ondernemer Theo van Gils (onder meer De Kater) een bekertje koffie stond te drinken op het marktplein.

Dat statement bestond uit met rood afzetlint gemarkeerde terrassen bij een beperkt aantal cafés op en rond de Oude Markt. Het was een uiting van de hoog gestegen nood in de horeca. Niemand opende het terras daadwerkelijk. „Dat kan ook niet, omdat we geen voorraad in huis hebben”, vertelde  Van Gils. Eleveld: „Ik kan op dit moment nog geen kroket warm maken.”

Beide horeca-ondernemers voelen bovendien niets voor een confrontatie met de overheid. „Zouden we wel open zijn gegaan, dan hadden we, zeker met dit mooie weer, Baudetachtige toestanden gehad. En dat wilden we niet”, weet Eleveld, die wees naar een recente campagne van de Forum-voorman. Die bezocht Enschede een paar weken geleden bezocht en wist honderden belangstellenden naar de Oude Markt te lokken. 

Zowel Eleveld als Van Gils hoopt vanzelfsprekend dat de horeca zo snel mogelijk weer open kan. Eleveld: „Maar of dat april of mei wordt, ik heb geen idee. Van Gils: „Eerst zal de avondklok eraf moeten.”

Tot die tijd is het afzien voor de sector. Die maakt maximaal gebruik van de steunregelingen van de overheid. Het kan niet voorkomen dat de café-eigenaren zelf flink interen op hun spaargeld. Eleveld: „Ik ben wel eens jaloers op de collega’s in Duitsland. Die krijgen 75 procent van hum omzet vergoed en daar hoor je nauwelijks protest. Maar goed, wij zullen het met de regelingen hier moeten doen.”