Dertigplusser, die extra pondjes komen er echt niet vanzelf bij

Wie zich regelmatig onder dertig-plussers begeeft – of zelf die niet zo magische grens nadert – ziet het om zich heen of bij zichzelf: ineens beginnen de extra pondjes er links en rechts aan te komen. Kwestie van een trager metabolisme, klinkt het dan. Na je jaren als twintiger moet je veel meer opletten op wat je eet en meer sporten om fit te blijven.

Een fabel, blijkt nu. Volgens nieuw onderzoek dat donderdag verscheen in het vooraanstaande wetenschapstijdschrift Science, kunnen we ons niet langer achter het metabolisme-excuus verbergen. De snelheid van de stofwisseling – en dus hoe snel je aankomt – verandert volgens de onderzoekers namelijk in zijn geheel niet tussen het twintigste en zestigste levensjaar. Pas dan begint het metabolisme te vertragen. En dus niet al vanaf je twintigste. 

Het onderzoek – waarvoor de spijsvertering van 6500 mensen tussen de 8 dagen en 95 jaar oud onder de loep is genomen – maakt korte metten met nog een misvatting. Anders dan nu algemeen wordt aangenomen, werkt de stofwisseling van vrouwen niet trager dan die van mannen. Ook de menopauze – vaak genoemd als de boosdoener van een voller figuur – vertraagt de stofwisseling niet. 

De bevindingen zetten volgens The New York Times niet alleen onze ideeën over hoe we ons lichaam gezond en in shape kunnen houden op de kop. Het ligt ook in lijn der verwachting dat die implicaties gaan hebben voor de medische wetenschap. Bijvoorbeeld als het gaat over wat geschikte doseringen zijn van bepaalde medicijnen voor kinderen, volwassenen en ouderen.