Vrouwen krijgen andere behandeling dan mannen bij de huisarts: ‘Mannenlichaam is nog steeds standaard’
Wat als je met hoofdpijn, een zere rug of duizeligheid bij de huisarts komt. Maakt het dan uit of je als man of vrouw tegenover de huisarts plaatsneemt? Dit onderzoeken Aranka Ballering en Ilona Plug.
Sarah Sitanala
Ballering is promovendus aan de Rijksuniversiteit Groningen en doet onderzoek naar gender- en geslachtsverschillen bij veelvoorkomende lichamelijke klachten. ,,Dat begon met de vraag of vrouwen en mannen dezelfde klachten ervaren”, zegt Ballering. ,,Verder hebben we gekeken naar de ernst van de klachten, naar hoe vaak mannen en vrouwen hulp zoeken bij de huisarts en of de huisarts anders handelt bij mannelijke en vrouwelijke patiënten.”
Volgens Ballering was de conclusie duidelijk: ,,Mannen en vrouwen worden in de spreekkamer inderdaad anders behandeld. Als mannen met hoofdpijn, rugpijn of andere klachten die niet per se afhankelijk zijn van geslacht bij de huisarts komen, worden ze vaker doorverwezen naar een specialist.”
In eerste instantie was de promovendus verrast over de uitslag, maar ze merkt tevens op dat het verschil in behandeling misschien wel terecht is. Zo is op diagnostische tests als een echo of een röntgenfoto bij vrouwen met lage rugpijn minder vaak iets te zien. ,,Waarom zou een arts een vrouwelijke patiënt dan doorverwijzen voor een röntgenfoto, als hij uit ervaring weet dat de kans dat hij er iets vindt kleiner is?”, vraagt Ballering zich hardop af.
Het stereotype beeld van de manier waarop vrouwen communiceren is vooral dat ze véél praten en woorden als ‘misschien’ of ‘ik denk’ gebruiken
Ilona Plug
Wat ook mee kan spelen is de manier waarop mannen en vrouwen zich uitspreken over hun klacht als zij eenmaal tegenover hun huisarts hebben plaatsgenomen. Promovendus Ilona Plug doet aan de Radboud Universiteit en het Radboudumc in Nijmegen onderzoek naar de communicatie tussen patiënten en hun huisarts. ,, Het stereotype beeld van de manier waarop vrouwen communiceren is vooral dat ze véél praten en woorden als ‘misschien’ of ‘ik denk’ gebruiken, terwijl mannen veel directer zouden zijn in hun taalgebruik en vaak hun gesprekspartner onderbreken’”, aldus Plug. Maar, vervolgt ze: ,,Dat bleek juist helemaal niet zo te zijn in verschillende interacties, ook buiten de medische context. Meestal verschilden mannen en vrouwen weinig tot niet in hun taalgebruik.”
Mannenlichaam is standaard
Of er een verband bestaat tussen de verschillende manieren van communiceren tussen mannen en vrouwen en het vervolgens eventuele uitblijven van een behandeling is lastig te zeggen. ,,Daarvoor zouden we het taalgebruik van een veel grotere groep patiënten moeten onderzoeken die last hebben van exact dezelfde klachten, waarbij het enige verschil is dat zij man of vrouw zijn, dat is interessant voor toekomstig onderzoek”, legt Plug uit.
Wel speelt volgens Ballering mee dat het mannenlichaam nog steeds de standaard is in de medische wetenschap. ,,En een mannenlichaam is nou eenmaal anders dan een vrouwenlichaam. Vrouwen hebben bijvoorbeeld meer vet en mannen meer spieren.” Dat maakt het lastig, zegt ze. ,,Als huisarts weet je nou eenmaal niet wat je niet ziet.”
We zien wel dat er steeds meer bewustzijn komt over de verschillen tussen mannen en vrouwen
Aranka Ballering
Of het uitmaakt of vrouwen tegenover een vrouwelijke of mannelijke huisarts zitten is niet onderzocht. ,,We zien wel dat er steeds meer bewustzijn komt over de verschillen tussen mannen en vrouwen. Zo is inmiddels bekend dat de symptomen van een hartaanval bij mannen en vrouwen wel degelijk verschillen. De man krijgt druk op borst, de vrouw kan pijn in haar kaken krijgen. Toch blijft de kennis over man/vrouw-verschillen binnen de medische wereld waarnaar huisartsen terugkoppelen achter.”
Is er een andere aanpak mogelijk? ,,Omdat de medische wereld zo sterk ingericht is op mannen, zijn wellicht ook diagnostische tests bij de ontwikkeling vooral getest op de functionaliteit bij mannen. Dat kan een reden zijn waarom deze tests bij vrouwen minder vaak tot een diagnose leiden. Maar tegelijkertijd is het zo dat omdat je minder vaak iets vindt, zij minder vaak worden doorgestuurd voor foto’s of een echo. Dat zorgt voor een vicieuze cirkel die moeilijk te doorbreken is”, legt Ballering uit.
Moet er iets veranderen?
Ballering denkt niet dat huisartsen hun werkwijze hoeven te veranderen. ,,Als er sprake is van een verschil in behandeling tussen mannen en vrouwen wordt er snel uitgegaan van ongelijkheid. Terwijl dat in sommige gevallen misschien juist wel terecht is.” Indien er al een schuldige aan te wijzen is is dat het systeem, waarin de man nog steeds centraal staat.
Wel wil Ballering benadrukken dat de aandacht die er inmiddels is voor man-vrouw verschillen de werkwijze van huisartsen ten goede kan komen. Plug voegt daar aan toe dat huisartsen vaak nog onbewust genderrollen laten meespelen in een gesprek om bijvoorbeeld een medische term uit te leggen. ,,Wanneer een vrouwelijke patiënt van middelbare leeftijd last had van haar rug werd het begrip ‘inspanning’ uitgelegd aan de hand van het voorbeeld dat ze vast weleens met een zware wasmand de trap opliep.”
Deze sociaal-culturele voorbeelden zitten volgens Plug nog diep verankerd in de maatschappij en zijn lastig te veranderen. ,,Dat is menselijk”, aldus Plug. ,,Zolang we ons er bewust van zijn dat je mensen daarmee voor het hoofd kunt stoten is dat een goede eerste stap. Het gaat er in eerste instantie om dat de patiënt zich veilig en gehoord voelt.”
Onze excuses
Helaas kunnen wij deze social post, liveblog of anders niet tonen omdat het één of meerdere social media-elementen bevat. Aanvaard de social media-cookies om deze inhoud alsnog te tonen.
Gratis onbeperkt toegang tot Showbytes? Dat kan!
Log in of maak een account aan en mis niks meer van de sterren.