De meeste discussie ging dinsdag over de invoering van het begrip ‘slecht levensgedrag’ in de apv. Een begrip dat burgemeester Anneke Raven de mogelijkheid geeft te voorkomen dat iemand met een crimineel verleden een zaak opent of een vechtsportgala houdt. 

Het begrip ‘slecht levensgedrag’ wordt al langer toegepast in de Drank- en Horecawet. Maar wat moet daaronder  worden verstaan? Er is geen duidelijke definitie. Daarvoor wordt vooral naar (recente) uitspraken van Nederlandse rechters gekeken, de jurisprudentie. Sommige raadsleden vroegen zich daarom af of de burgemeester hierdoor niet te veel (beleids)vrijheid krijgt om in haar ogen ongewenste ontwikkelingen te voorkomen.

Burgemeester Raven maakte duidelijk dat met dit apv-artikel in de hand kan worden voorkomen dat zich iemand in de gemeente vestigt die een gevaar voor de openbare orde en veiligheid kan zijn. Ook kunnen hiermee ondermijnende activiteiten als het witwassen van crimineel geld worden tegengehouden. 

Om het ‘slechte levensgedrag’ van een persoon te beoordelen onderzoekt de burgemeester met politie en justitie wat iemand in het verleden misdeed, wanneer dat was, welke straf werd gegeven en wat de huidige stand van zaken is. Ook kwesties waarvoor iemand niet is veroordeeld kunnen daarbij worden betrokken.

Van een organisator van een vechtsportgala mag je als gemeente verwachten dat hij een sportief en veilig evenement wil neerzetten en dat niet wil gebruiken om crimineel geld wit te wassen. En dat die organisator bij een opstootje ingrijpt en niet zelf meevecht. Maar die kans is wèl aanwezig als iemand een verleden heeft met  geweld. Om elk risico uit te bannen zou dat volgens de burgemeester een reden kunnen zijn een aanvraag voor zo’n evenement te weigeren.

Raven: „Als we een aanvraag afwijzen op basis van slecht gedrag, dan moeten we duidelijk maken waarom we dat besluit nemen. Daarbij hanteren we de menselijke maat. We wijzen een aanvraag voor een winkel natuurlijk niet af als iemand ooit ergens te hard heeft gereden. Het gaat om consistent beleid. Willekeur moeten we voorkomen, want iedereen kan bezwaar maken tegen een afwijzing van een vergunning. En onderuit gaan bij de rechter is wel het laatste dat we als gemeente willen.”