Nijverdals theater moet reclameborden verwijderen, terwijl politieke borden wel mogen: ‘Is dit meten met twee maten?’
NIJVERDAL - Langs de wegen in de gemeente Hellendoorn staan tientallen reclameborden met posters van lijsttrekkers van politieke partijen. Maar waarom is dat wel toegestaan, terwijl Zinin aankondigingsborden voor de voorstelling van Rumag moet verwijderen? Dat vraagt het theater zich af.
Han Haveman
De gemeente Hellendoorn sloot vorig jaar een contract met Hoffman Outdoor Media om een eind te maken aan de wildgroei van reclame-uitingen langs de wegen. Sindsdien mag alleen nog op 60 plekken in de gemeente reclame worden gemaakt.
‘Eenmalige uitzondering’
Zijn al die zogenoemde sandwichborden van de politieke partijen dan illegaal geplaatst? Navraag bij Hoffman Outdoor Media leert dat dit toch niet het geval is. Een woordvoerder vertelt dat de gemeente een ‘eenmalige uitzondering’ op haar eigen beleid heeft gemaakt, zodat politiek partijen zich voldoende kunnen profileren in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen. Het bedrijf heeft tientallen sandwichborden geplaatst.
We willen onze theatervoorstellingen aankondigen, maar de officiële displays zitten al tot medio april helemaal vol
Nico Engbers, ZINiN
Maar deze uitzondering op de regels is blijkbaar niet algemeen bekend. „Na de versoepelingen van de coronaregels willen we de voorstellingen in het Zinin Theater bij het grote publiek onder de aandacht brengen. De officiële displays zitten echter al tot medio april helemaal vol. Daarom hebben wij vorige week vijf borden in het centrum van Nijverdal geplaatst om de voorstelling van Rumag te promoten. Een dag later hadden we handhaving al aan de lijn met het dringende verzoek deze illegaal geplaatste borden zo snel mogelijk te verwijderen”, vertelt Nico Engbers van Zinin.
Extra displays?
Dat leek volgens het theater op meten met twee maten. „Want als politieke partijen deze borden wel mogen plaatsen, waarom zou Zinin dat dan niet mogen? Navraag bij Hoffman gaf wel duidelijkheid, maar die 60 displays blijken dus te weinig te zijn om op bepaalde momenten aan de vraag te kunnen voldoen. Misschien dat de gemeente daar nog iets aan kan doen.”