Faillissementen lopen niet zelden uit op ingewikkelde juridische gevechten tussen curatoren, oud-eigenaren en schuldeisers. Wat als een trap na wordt ervaren door eigenaar en personeel van de failliete zaak. Curator Gerrit Beekman kiest in zijn eindverslag over het faillissement van Tasche voor een andere toon.

Aanleiding is de uitverkoop die het modehuis november vorig jaar hield, nadat de rechter een maand eerder het faillissement had uitgesproken over de twee filialen in Hengelo en Oldenzaal. Die uitverkoop bracht zo’n 360.000 euro op. Beekman wenst in zijn verslag ‘niet onvermeld te laten’ dat dat bedrag mede, zo niet met name, te danken is aan de werkneemsters en de bestuurder/eigenaar van het modehuis.

Het heeft niet mogen baten. Tasche, sinds 1975 prominent aanwezig in het Hengelose centrum, is niet meer. Er werd al een paar jaar verlies geleden. Daar kwam de herinrichting van de binnenstad overheen. De coronacrisis betekende de genadeklap.

Er hebben zich volgens de curator daarna nog wel enkele gegadigden gemeld voor een doorstart. Maar dat leidde in Hengelo uiteindelijk nergens toe. 

Het Oldenzaalse filiaal maakte, zoals eerder gemeld, wel een doorstart. De curator stelt ook vast dat er op geen enkel vlak is gebleken dat er rond het faillissement zou zijn gesjoemeld of sprake zou zijn van onbehoorlijk bestuur.