Gerrit Klaassen had het mooi bedacht; hij had burgemeester Ellen Nauta, haar collega uit Ommen, watergraaf Stefan Kuks van waterschap Vechtstromen en burgemeester Sander Schelberg in zijn functie als vice-voorzitter van de veiligheidsregio Twente uitgenodigd. Aan hen de eer de laatste wilgentwijg te planten,zodat het totaal op 68 boompjes langs De Regge zou uitkomen.

Ze waren echter niet komen opdagen en hadden vanwege het coronavirus op het laaste moment afgezegd. De Het merendeel liet medewerkers naar Klaassen bellen, het dagelijks bestuurslid Nettie Aarnink van Vechtstromen, die Kuks zou vervangen, was de enige die de moeite nam om Klaassen persoonlijk op de hoogte te stellen. Dat vond de Gorenaar netjes. Nauta had vooraf laten weten geen boompje te planten, want die zou de plannen van de gemeente met het TSB-terrein wel eens - letterlijk - in de weg kunnen staan.

Voor de andere afwezige bobo's droeg Klaassen een deel van het gedicht Het Huwelijk van Willem Elsschot voor: ,,Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren, en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren, en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.”

De wilgentwijgen zijn allemaal gepoot door verschillende mensen, bekende en onbekende streek- en plaatsgenoten, van wie er donderdagmiddag zo'n 30 aanwezig waren. Iedere planter gaf een naam aan zijn/haar boompje.

De Enschedese advocaat Jérôme de Jong van Lier en zijn stagiaire Esmee de Jonge waren uitverkoren om de één na laatste wilgentwijg te poten. De Jong van Lier gaf het boompje de naam Jan Willem Racer, ‘advocaat en patrirot in Twente (1736-1816)’, mee. Vervolgens werd de wilgentwijf met handenvol water uit De Regge gedoopt.

Gerrit Klaassen kwam op het idee van De Wilgensprong tijdens wandelingen door het gebied toen hij kampte met een burn-out. De gemeente heeft het TSB-terrein gekocht voor 6 miljoen euro en wil het 18 hectare grote gebied ontwikkelingen als een locatie waar het goed wonen, werken en recreëren is. De Gorenaar gaat er van uit dat Wilgensprong daarvoor niet hoeft te wijken.