Losser wil markante grenssteen uit vergetelheid halen

Het is de grote frustratie van de gidsen uit Overdinkel. Ze kunnen er wel over vertellen, maar ze kunnen hem niet benaderen met hun elektrokarren: de Drielandsteen, het stoffige sieraad van Bentheimer zandsteen uit 1659. Die steen, die het punt markeert waarop Nederland, Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen samenkomen, staat op een onbereikbare plek, pal achter de vangrail van de Gildehauser Straße.

De gidsen hopen dat de grenssteen toegankelijker wordt gemaakt. Het college van Losser werkt daaraan. Wethouder Harry Nijhuis zegt: „Voor toeristen loopt de Drielandweg nu dood. Dat willen we veranderen. We denken aan een uitzichtpunt en een informatiebord in die omgeving. Een talud-achtige verhoging, met een bankje  en een oplaadpunt voor elektrische fietsen erbij, zodat mensen daar een kijkje kunnen komen nemen en zich kunnen informeren over deze plek met historische waarde. En de elektrokarren moeten er ook bij kunnen.”

Het past in een totaalplan voor de locatie Drielandweg, meldt Nijhuis. Het bedrijf Kronos Solar wil daar een zonnepark aanleggen. „Er ligt nog een bezwaar bij de Raad van State. Dat moet eerst behandeld worden. Als dat gunstig uitpakt, kunnen we naar verwachting volgend jaar aan de slag met het zonnepark.”

Het college heeft als voorwaarde voor de komst van het park gesteld dat Kronos investeert in het landschap en de omgeving rond de bouwlocatie. En daarmee in het toegankelijk maken van de Drielandsteen. Daarvoor moet jaarlijks 16.000 euro worden uitgetrokken, voor de duur van 25 jaar. ,,Dat bedrag moet komen uit de opbrengst van het zonnepark”, aldus Nijhuis.

Hij vertelt in een adem door dat Losser met Bad Bentheim en Gronau praat over een oversteekpunt bij de Drielandweg, zodat een nieuwe grensoverschrijdende fietsverbinding ontstaat, die aansluit op de Drilandsee en op Bad Bentheim. „Dat is eerder al geprobeerd, maar kwam niet van de grond. We zijn daar nu opnieuw over in gesprek. Het moet een gezamenlijke investering worden, waar mogelijk ook de provincie Overijssel en de Euregio aan bijdragen.” Het zijn twee gescheiden trajecten, benadrukt Nijhuis. „Stapje voor stapje willen we dit aanpakken. Wanneer het afgerond moet zijn? Het liefst zo snel mogelijk. Nee, ik verwacht niet dat het nog vijf jaar duurt.”