PREMIUM
De grote Twentse reddingspoging voor Sanderink
ColumnHet was de meest opmerkelijke openingszin sinds jaren. Na mijn voorstelling, toen ik mij met een wijntje onder het publiek mengde, kwam er een vrouw op me af. Ze gaf me een hand en sprak de woorden: ‘Hoi, ik ben de zus van Gerard Sanderink.’ Dat hakte erin.
Delen per e-mail
Ik stond naast iemand die Gerard nog kende van toen ie klompjes droeg. Toen ie nog óp z’n duim zoog in plaats van uit. Ik stond naast iemand die gezien had hoe Gerard een kusje kreeg op z’n knie als ie gevallen was op het erf in Weerselo. Naast iemand die mij misschien opheldering kon verschaffen over de meest ontspoorde Tukker aller tijden.
Gratis onbeperkt toegang tot Showbytes? Dat kan!
Log in of maak een account aan en mis niks meer van de sterren.Lees Meer
-
PREMIUMColumn
Uit het relaas van een thuisblijver
Soms moet je dingen denken. Soms moet je dingen niet hardop zeggen die je denkt. Je kunt denken: het is leuk voor mijn kind als het naar Avonturenpark Hellendoorn zou gaan. Vervolgens moet je een vel papier pakken en hierop een giraffe tekenen. Of een verhaal verzinnen over een bakker die praatzieke krentenbollen verkoopt. Of blauwe bessen gaan plukken in Langeveen en deze door het pannenkoekenbeslag roeren. -
PREMIUMColumn
Hey Baartman, vanwaar die brandhaard in Twente?
Er kwam een telefoontje uit Haarlem: „Hey Baartman, waarom hebben jullie er zo’n blijvende brandhaard van in Twente?” Hij zei nog net geen zootje. -
PREMIUM
Pipo de Clown in Dinkelland
‘In Twente is al een supermarkt die weigert zich te houden aan de coronamaatregelen en nu moet sluiten’, vertel ik mijn vriendin uit Den Haag. Ik zit op een bankje in de hete Achterhoek, oftewel het ‘Nieuwe Frankrijk’, met de telefoon aan m’n oor. ‘Ja, is las het’, zegt ze. Ik word bevangen door een ongepast gevoel van trots dat mij altijd aanvliegt als regionaal nieuws de Randstad weet te bereiken. -
PREMIUMColumn
Gevangen gezet in onze eigen huizen
In feite zijn we in de avonduren gevangen gezet in onze huizen. Daar haal ik niet mijn schouders bij op. Dat vind ik ronduit heftig. Heftig voor de mensen zonder tuin, drie pubers en een ondermijnend huwelijk. -
PREMIUMColumn
Ik zag een stoet Congolezen met knipmuts
Of Nederland een rijk land was, vroeg m’n dochter tijdens de ochtendpap. Ik dacht aan de TV van anderhalve meter breed die ik had zien staan bij de stort. Nota bene in de afvalcontainer genaamd: Klein elektronica.
-
PREMIUMColumn
Reizen, het doet mijn twijfel rijzen
‘Op vakantie naar Mallorca?’ ‘Gewoon doen’, zegt een Twents reisbedrijf. Als de slager dit gezegd had, had ik ’m misschien geloofd. Een plaatselijke slager heeft geen belang bij klanten die Spaanse worsten gaan grillen op een strandje aan de Middellandse Zee. -
PREMIUMCOLUMN
Je bent een topper: dat voelt als een belediging
Er is een woord dat ik in 2021 niet meer horen wil. Een woord dat ik het liefst per direct wil verwijzen naar het grote rijk der vergetelheid. Een woord waarvan ik denk: Hoe is het ’m in godsnaam gelukt om een serieuze positie in ons dagelijkse taalgebruik te verwerven? -
PREMIUMColumn
Van gratis word ik een hijgend hondje
Of ik een ‘winterdorp-mini’ wil, vraagt de cassière. ‘Nee, dankjewel,’ zeg ik. Al kost deze afwijzing mij enige moeite, want ik ben van het hebberige soort. Ik word een hijgend hondje van het woordje gratis.