De tweede golfoorlog
ColumnAlles went. Zelfs een lockdown. Al moet ik zeggen dat ik die van maart leuker vond. Of nou ja, leuker?! Echter. Serieuzer. Alsof iemand geroepen had: ‘Zoek dekking!!’ En dat deed ik dan ook. En met mij velen. Op wonderlijk volgzame wijze. De wegen waren vervreemdend leeg. Mobiliteit was niet langer het landelijke toverwoord. Stilstand was de nieuwe norm. Ikea werd boswandeling. Het was bittere ernst. Bittere, bittere ernst.
Delen per e-mail
Ik was zelfs bij vlagen panisch. De koffie in papieren wegwerpbekers die ik de buitenschilder bracht, zette ik twee meter voor z’n schoenen neer. Met een pannenlap. Voor het geval ik een korrel corona aan de pink had. Zonder koekje. Zonder praatje. Deur snel dicht. Als de schilder mijn toilet gebruikte, ontsmette ik even later zelfs de lichtschakelaar met onverdunde Dettol. Eigenlijk wilde ik de beste man überhaupt mijn huis niet in. Hij had een rokershoestje. Liever had ik gezien dat hij mijn voortuin voorzag van menselijke mest. Maar de man weigerde om hurkend plaats te nemen achter mijn hortensia. En terecht. Ik schoot door. Ik heb de buitenschilder behandeld alsof hij behept was met ebola.
Gratis onbeperkt toegang tot Showbytes? Dat kan!
Log in of maak een account aan en mis niks meer van de sterren.Lees Meer
-
PREMIUMCOLUMN
Waarschijnlijk is er een verband tussen oorlog en zaadlozing
‘Geen ruzie maken, kinderen. Er is al genoeg ruzie op deze wereld’. Het is het vredesmotto waarmee ik ben opgegroeid. Menig escalatie in huize Baartman werd hiermee naar de Twents-zwijgende doofpot verwezen. Ik vond de argumentatie redelijk zwak. Ik mocht mijn broertje niet slaan, omdat op het platteland van China al voldoende broertjes worden geslagen. ‘Niet zwemmen, kinderen. Er wordt al genoeg gezwommen op deze wereld.’ Dat slaat evenmin ergens op. Dit terzijde. -
PREMIUM
Pipo de Clown in Dinkelland
‘In Twente is al een supermarkt die weigert zich te houden aan de coronamaatregelen en nu moet sluiten’, vertel ik mijn vriendin uit Den Haag. Ik zit op een bankje in de hete Achterhoek, oftewel het ‘Nieuwe Frankrijk’, met de telefoon aan m’n oor. ‘Ja, is las het’, zegt ze. Ik word bevangen door een ongepast gevoel van trots dat mij altijd aanvliegt als regionaal nieuws de Randstad weet te bereiken. -
PREMIUMCOLUMN
Al vijf maanden een kans op corona, ook zonder app
Stel: je zit ’s avonds aan een bord macaroni en er klinkt plots een piep door je huis. En aangezien er heel veel kan piepen in je huis, volgt er een kort moment van vertwijfeling. Is de wekker in de war? -
PREMIUM
Waar gaat het heen met de mens dezer dagen?
Je zou de mensheid in twee categorieën kunnen opsplitsen. De eerste is tot Kerstmis verzekerd van zorgeloos poepen. De tweede categorie heeft reepjes Tubantia aan de wc-rolhouder hangen. -
PREMIUM
Bidden voor Biden
Vier jaar geleden kotste mijn dochter tijdens de verkiezingsnacht in de VS haar bedje onder. De volgende morgen was Trump president. Voorspellend spugen heet dat. Noem haar een overgeef-orakel. Dus toen ik woensdagochtend geen slijmerige plens herkauwde macaroni op haar kussen aantrof, gaf mij dit hoop.
-
PREMIUMColumn
Dringende oproep aan Almelo: een bieb sluit je niet
Een bieb sluit je niet. Ik herhaal: Een bieb sluit je niet. Je bedelt geld bij elkaar, je kijkt de rijk bedeelden vriendelijk aan, je organiseert een benefiet. Maar een bieb sluit je niet. Domweg, omdat het een bieb is en geen parkeergarage. -
PREMIUMColumn
Verroeste kisten met neusjes van mos
In zekere zin lijk ik op de directrice van Twente Airport, Meiltje de Groot. Mensen kunnen bij mij ook altijd hun vervoersmiddel parkeren. Daar ben ik heel makkelijk in. ‘O, zet ’m zolang hier neer!’ zeg ik dan. Maar meestal gaat het dan niet om zes vliegtuigen. Daar heb ik geen ruimte voor in de tuin. -
PREMIUMColumn
Twee fietsjes voor vluchtelingengezin in het azc Azelo
BORNE - Het was misschien de meest bijzondere ontmoeting van dit jaar. Het begon bij m’n vader. Hij had een fietsje in de schuur staan. Een klein rood fietsje. „Ik zoek een jong vluchtelingengezin aan wie ik het kan geven,” zei hij. Dat vond ik uiterst nobel van mijn vader. Zelf had ik ook een fietsje in de schuur staan, maar dat had ik op Marktplaats gezet. Zonder succes overigens. In mij schuilt een matige handelaar.