Dit is de Nederlandse olympische equipe in Peking

Adriana Jelinkova (26, slalom en reuzenslalom)
De eerste Nederlandse skiester op de Olympische Spelen sinds Margriet Prajoux-Bouma, zeventig jaar geleden.

Maarten Meiners (29, reuzenslalom)
Miste de olympische limiet, maar werd vanwege ‘bijzondere omstandigheden’ toegevoegd aan de Nederlandse equipe.

Karlien Sleper (29, monobob)
Bobsleeën hoeft niet meer in twee- of viertallen, in Peking debuteert de monbob, met Nederlandse inbreng.

Ivo de Bruin (35, twee- en viermansbob)
De enige Nederlandse piloot in deze sport dreigde ook bij zijn derde poging een ticket voor de Spelen mis te lopen, maar werd alsnog toegelaten voor de twee- én viermansbob.

Janko Franjic (27, viermansbob)
Gaat zijn vader, die uitkwam voor Joegoslavië en Bosnië en Herzegovina, opvolgen als olympisch bobber.

Jelen Franjic (21, viermansbob)
Is samen met zijn oudere broer en de zusjes Antoinette en Michelle de Jong de enige die kan zeggen dat hij familieleden in de buurt heeft.

Dennis Veenker (29, viermansbob)
De Fries was eigenlijk gestopt als bobber, nadat hij bij de starttrainingen afviel, maar sloot na een blessuregeval toch weer aan.

Stephan Huis in’t Veld (23, reserve)
Zoals veel bobbers afkomstig uit de atletiek, de kracht en snelheid van het kogelslingeren en sprinten komen uiteraard goed van pas in de slee.

Lindsay van Zundert (16, korte kür en vrije kür)
Is het jongste lid van de ploeg en draagt volgende week, samen met Kjeld Nuis, de Nederlandse vlag het ‘Vogelnest’ binnen bij de openingsceremonie.

Femke Kok (21, 500 meter)
De nieuwe Nederlandse troef in bange sprintdagen, kan ze Margot Boer opvolgen, de tot dusver enige medaillewinnares op de kortste afstand?

Jutta Leerdam (23, 500 en 1000 meter)
Revelatie van de afgelopen jaren, nu klaar om bij haar olympische debuut meteen te oogsten.

Michelle de Jong (22, 500 meter)
Vergezelt haar ploeggenoot en schaatsvriendin Kok, én haar zus Antoinette.

Antoinette de Jong (26, 1000, 1500, 3000 meter en ploegachtervolging)
Heeft een overvol programma en is, als ze haar vorm van het OKT meeneemt, op alle nummers kansrijk.

Ireen Wüst (35, 1000, 1500 meter en ploegachtervolging)
Wat voegt de meest succesvolle Nederlandse olympiër nog toe aan haar overvolle prijzenkast?

Marijke Groenewoud (22, 1500 meter, massastart)
Regerend wereldkampioene op de massastart, maar ook in actie op de schaatsmijl.

Irene Schouten (29, 3000, 5000 meter, ploegachtervolging en massastart)
Misschien wel dé kopvrouw van de Nederlandse afvaardiging, met een reële kans op vier medailles.

Carlijn Achtereekte (31, 3000 meter)
Heeft diep van binnen een voorkeur voor de 5 kilometer, maar verdedigt haar titel op de 3.

Sanne in ’t Hof (24, 5000 meter)
Moest haar bijbaantjes, die ze had om haar sport te kunnen bekostigen, afzeggen toen het dit seizoen ineens allemaal op zijn plek viel.

Merijn Scheperkamp (21, 500 meter)
Versloeg vanuit jeugdige bravoure alle ervaren sprinters op het OKT en is in Peking de benjamin van de schaatsers.

Kai Verbij (27, 500, 1000 meter)
Viel vier jaar geleden in Gangneung buiten de prijzen, maar is al die jaren één van de meest constante factoren op het ijs gebleven.

Thomas Krol (29, 500, 1000 en 1500 meter)
Regerend wereldkampioen op de 1500 meter en in blakende vorm richting zijn eerste Spelen.

Hein Otterspeer (33, 1000 meter)
Er was vaak ‘iets’ met hem aan de hand, maar nu viel het kwartje zijn kant op en is hij medaillekandidaat op de kilometer.

Kjeld Nuis (32, 1500 meter)
Was de grote man in Zuid-Korea met twee keer goud, maar kan alleen de titel op de 1500 meter verdedigen.

Marcel Bosker (25, 1500 meter, ploegachtervolging)
Redde het individueel aanvankelijk niet op het OKT, maar werd als lid van de teampursuit aangewezen voor Peking.

Patrick Roest (26, 5000, 10.000 meter en ploegachtervolging)
Kan hij Nils van der Poel aan op de lange afstanden? Dat is de grote vraag.

Jorrit Bergsma (35, 5000, 10.000 meter en massastart)
Heeft al olympisch goud, zilver en brons in de kast, en kan in China zijn voorraad zomaar verdubbelen.

Sven Kramer (35, 5000 meter, massastart, ploegachtervolging)
Het laatste kunstje van de beste en populairste schaatser van deze eeuw, wordt het een afscheid in stijl?

Yara van Kerkhof (31, relay)
Een vaste waarde in de shorttrackploeg, met haar ervaring een belangrijke pion in de achtervolging.

Selma Poutsma (22, 500, 1000 meter, relay en mixed relay)
Kwam een tijdje uit voor Frankrijk, maar schaatste zich terug in Nederland ook tussen de wereldtop.

Xandra Velzeboer (20, 500, 1000 en 1500 meter, relay en mixed relay)
De achternaam Velzeboer en shorttrack, ze zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden.

Suzanne Schulting (24, 500, 1000 en 1500 meter, relay en mixed relay)
Kan de koningin van de Winterspelen worden, als beste shorttrackster van de afgelopen jaren heeft ze in potentie vijf kansen op goud.

Rianne de Vries (31, relay)
Plaatste zich, in tegenstelling tot haar vriend Daan Breeuwsma, op het laatste moment wel voor de Olympische Spelen.

Dylan Hoogerwerf (26, 500 meter en relay)
De Nederlands kampioen van 2021 en 2022 speelde in Pyeongchang vier jaar geleden een bijrol op de 500 meter, maar is sterker geworden.

Itzhak de Laat (27, 500 en 1000 meter, relay en mixed relay)
Ontwerper van helmen, liefhebber van metal en vaste kracht in de ploeg van coach Jeroen Otter.

Sjinkie Knegt (32, 1000 en 1500 meter, relay en mixed relay)
Het boegbeeld van de sport gaat op voor zijn vierde Olympische Spelen.

Sven Roes (22, 1500 meter en relay)
Jong en talentvol, raakte eind november nog geblesseerd aan zijn enkel, maar zijn plek voor de Spelen kwam nooit in gevaar.

Jens van ’t Wout (20, 500 en 1000 meter, relay en mixed relay)
Grootste shorttracktalent van het land, met een gouden tand en een litteken op zijn wang, als souvenirs van een heftige valpartij op het ijs.

Kimberley Bos (28)
Wie had dat gedacht, een Nederlandse medaillekandidaat op de skeleton?

Melissa Peperkamp (17, slopestyle en big air)
Ze zit pas twee jaar bij het Nederlands team, maar kwalificeerde zich overtuigend voor de Spelen, waar ze op een goede dag zelfs een medaille zou kunnen winnen.

Michelle Dekker (25, parallel reuzenslalom)
Gaat alweer op voor haar derde Spelen en heeft opnieuw als doel om de finale te halen.

Niek van der Velden (21, slopestyle en big air)
Tijd voor revanche, nadat zijn eerste Spelen vier jaar geleden eindigden voordat ze begonnen waren na een valpartij in de warming up.

Glenn de Blois (26, cross)
Trainde op weg naar zijn droom onder andere bij het Engelse, Duitse en Zwitserse team, maar is gewoon een snowboarder uit het platte Westland.

Vier schaatsers reizen af naar Peking als reserve. Bijvoorbeeld in het geval van een coronabesmetting kunnen zij direct instromen. Dit zijn Melissa Wijfje, Merel Conijn, Dai Dai N’tab en Beau Snellink. Bij de shorttrackploeg zijn Georgie Dalrymple en Bram Steenaart toegevoegd als reserves