Een dagje Europees tafeltennis in Enschede
blogEen van de bijzondere aspecten van het vak van algemeen topsportverslaggever is de variatie van sporten. De ene keer zit je aan de rand van het zwembad voor een waterpolopotje, een andere keer ploeter je door de modder tijdens een wedstrijd veldrijden. Zo begaf ik mij onlangs voor het eerst in de fascinerende wereld van het tafeltennis.
Delen per e-mail
De aanleiding is een Europese thuiswedstrijd van het Enschedese Entac, dat in de tweede ronde van de zogeheten Intercup het Duitse SV Internationale Jena ontvangt. Voor een bescheiden clubje met hooguit 120 leden en uitkomend op het derde landelijke niveau zonder twijfel het hoogtepunt van het sportieve jaar.
Meedoen aan de Europacup, ongeacht welke sport, is een happening op zich. Het geeft een wedstrijd en de aanloop naar die gebeurtenis extra cachet. Bij de Europacup denk je aan volle stadions, enthousiaste spreekkoren, spanning en sensatie, uitzinnige supporters van ‘thuis’ & ‘uit’ en aan de opkomst van de spelers. Kortom, een heel speciale wedstrijd.
Robots
Daarom ook stap ik dik een uur voor de officiële aanvang van het treffen de sporthal aan de Varviksweg in Enschede binnen. Ruim op tijd aanwezig, om niets te hoeven missen van de spannende momenten voor het eerste fluitsignaal. Wat ik aantref, is het volgende: twee van de vier Entac-spelers zijn druk bezig met de warming-up en spelen, alsof ze robots zijn, het pingpongballetje razendsnel naar elkaar. In de vrijwel lege kantine staat de voorzitter zelf achter de tap en reikt een speler met een knotje in het haar zijn hand naar me uit. Het blijkt een van de drie Duitse tegenstanders te zijn, die zich enthousiast voorstelt en zegt het geweldig te vinden om in Enschede te zijn.
Na deze eerste aangename verbazing volgen er die dag nog meer. Zoals de kopman van Entac (Thijs Smit), die nog even met een kopje koffie voor de verslaggever aan komt zetten. In welke sport tref je zoiets aan? Ondertussen hangt een van de spelers van de uit Thüringen afkomstige tegenstander een Duitse vlag op naast de Nederlandse driekleur. Het is het enige visuele bewijs van het ‘andere’ karakter van de ontmoeting, die geen bijzondere opkomst van de spelers kent. De ongeveer veertig (!) bezoekers moeten het doen met een welkomstwoordje van de voorzitter, die afsluit met een mededeling over een Chinees buffet na afloop van de Europacupwedstrijd.
Blokjes kaas
Zonder opsmuk begint de match. ‘Hup Thijs’, klinkt het in de sporthal. Een springkast en bok doen dienst als statafels, met daarop een schaaltje nootjes voor de leuners. Even later gaan schalen met plakjes rookworst, komkommer en blokjes kaas rond. De spelers worden niet overgeslagen en druk kauwend zien de twee Duitse gasten hun teamgenoot de partij verliezen. Een scheidsrechter houdt strak de verrichten aan de tafel in de gaten, bijgestaan door een assistent die supergeconcentreerd de stand bijhoudt.
Minzaam lachje
De ene partij volgt de andere op, de sets vliegen voorbij. Al snel vergeet je getuige te zijn van een heuse Europese wedstrijd, die alles heeft wat een duel zo boeiend maakt: lange rally’s, fraaie aanvallen, knap verdedigend werk en spelers die helemaal in het spel opgaan. Van superfanatiek en zichzelf luidruchtig oppeppend of bestraffend toespreken tot een minzaam lachje na een onverwacht gescoord punt. Het verschil tussen vreugde en verdriet ligt deze dag op een donkerblauwe tafel van 274 x 152,2 centimeter met vijf witte lijnen.
De kern van het verhaal: ook zonder allerlei toeters en bellen genieten spelers en wat tafeltennissupporters van alles wat hun sport zo boeiend maakt. De beleving en het plezier zijn deze dag het hoofdingrediënt in de Enschedese sporthal.
Ralph Blijlevens
Gratis onbeperkt toegang tot Showbytes? Dat kan!
Log in of maak een account aan en mis niks meer van de sterren.Lees Meer
-
Blog
De leegte na het vertrek van Han Vaanhold
-
Blog | Marathonschaatsen is bikkelen voor één hoogtepunt
Er is geen sport zo afhankelijk van de weersomstandigheden als het marathonschaatsen. Althans, zeker wat betreft de beleving bij de buitenwacht. Vriest het een paar nachten, gaan we op zoek naar onze schaatsen. Zakt het kwik nog verder, dan duiken in de praatprogramma’s op de televisie de eerste Friezen al weer op. Rayonhoofden, sluisbewakers, stempelaars of oud-schaatsers; ze mogen allemaal hun zegje doen over het magische van natuurijs, de Moeder aller Schaatstochten en een antwoord geven op die ene prangende vraag: wordt er dit jaar dan eindelijk weer eens de Elfstedentocht verreden? -
Blog
Military Boekelo is meer dan hoedjes en laarzen
-
Blog | Kijk volgend jaar in Boekelo ook eens naar een paard
Ik geef het eerlijk toe: voorlopig hoef ik even geen paard te zien. Over een paar weken misschien die witte schimmel, maar eerder niet. Dat krijg je na vijf dagen Military Boekelo. -
Met z'n allen in de Pyeongchang-polonaise
De prestaties van de Nederlandse sporters op de Olympische Winterspelen zijn ontegenzeggelijk heel knap. Van Jorien ter Mors tot Carlijn Achtereekte en van Kjeld Nuis tot Sven Kramer. Even opmerkelijk is de omvang van de euforische polonaise voor onze ‘helden’.
-
BLOG
Columns & scoringsdrang
In het medialandschap van de sport gaat het al twee weken over de column van Jacques Brinkman in de Telegraaf. De voormalig hockeyinternational pleit daarin voor het vrijgegeven van doping en roept en passant dat de prestaties van Dafne Schippers in verband kunnen worden gebracht met het gebruik van doping. -
Blog | Het wachten is op het Dafne-effect
Met vier springruiters aan de start van de Grote Prijs tijdens het CHIO in Rotterdam was hippisch Twente dit jaar weer goed vertegenwoordigd. In de barrage, de finale, klommen er nog twee in het Kralingse Bos op hun paard. En dat waren niet de minsten: Jeroen Dubbeldam en Gerco Schröder. Oftewel de olympisch, wereld- en Europees kampioen, alsmede de winnaar van twee zilveren medailles tijdens de Spelen van Londen in 2012. -
Blog | Stuiteren over de roemruchte kasseien
Deze blog begint met een waarschuwing: het ik-gehalte is erg hoog. Deze blog gaat namelijk over wat ik de aller-, aller-, allermooiste wedstrijd vind. Inderdaad, Parijs-Roubaix. En ooit had ik het geluk de klassieker der klassiekers te mogen beleven op de stoel vooraan in de ploegleiderswagen. Wat een dag!