Dominant Ajax naar groepsfase Champions League

Door Sjoerd Mossou

En weer zindert de Johan Cruijff Arena, zoals het dat in de laatste twaalf maanden al zo vaak deed op Europese avonden zoals deze. Als Dusan Tadic om 22.37 uur lokale tijd de beslissende 2-0 heeft binnengeschoten, schudt het beton van het stadion letterlijk op zijn grondvesten. Hupsend vallen de Amsterdamse spelers elkaar na het laatste fluitsignaal in de armen, dansend voor de eigen aanhang.

Het is begrijpelijke vreugde. Tegenstander APOEL Nicosia mag dan geen topploeg hebben, het Ajax van trainer Erik ten Hag levert in de verraderlijke struikelmaand augustus een uitstekende prestatie, twee voorrondes overlevend op de drempel van de Champions League. Wedstrijden die in het verleden al zo vaak een obstakel bleken voor Nederlandse clubs.

Een elftal dat wekenlang zoekend was, wint met het mes op de keel volkomen verdiend. Daarmee mag de clubleiding niet alleen 40 miljoen euro bijstorten in het geldpakhuis van Marc Overmars, maar nog veel belangrijker: voor de spelers van Ajax lonkt opnieuw de glorie van de Champions League, het podium dat afgelopen seizoen al zo vaak de verbeelding kietelde.

De wedstrijd zelf heeft woensdagavond alles weg van een omsingeling, met elf Cyprioten die als een stel loopgraafsoldaten het eigen doel verdedigen, diep teruggeduwd op eigen helft. Slechts met wilde trappen naar voren bereikt APOEL de vijandelijke helft. Geen enkele Cypriotische speler ziet voor rust het oogwit van keeper André Onana. Wat dat betreft heeft Ajax aanzienlijk meer controle over de wedstrijd dan een week geleden in Nicosia, toen het steeds ongedisciplineerd uit de pas liep, en de tegenstander de ene kans na de andere kreeg.

Trainer Ten Hag heeft er in Amsterdam een atypische opstelling voor uitgetekend. Opnieuw met tal van wisselingen, en met een stevig Latijns blok van twee controleurs: Edson Álvarez en Lisandro Martínez. Een Latijns duo dat primair werd gehaald voor de defensie, maar dat er nadrukkelijk aan bijdraagt dat Ajax de bal steeds weer razendsnel terug heeft.

Vlak daarvoor mag Hakim Ziyech zich naar hartenlust uitleven als spelmaker, op de positie waar normaal Donny van de Beek speelt. Ajax onderstreept opnieuw dat het nog lang niet zo ver is als in het onvergetelijke voorjaar, het komt aanvankelijk moeizaam tot kansen in de kleine ruimtes, maar het is wél volledig de baas in eigen huis.

Het kopdoelpunt van Alvarez komt kort voor rust weliswaar uit een vrije trap tot stand, het is zo’n goal die goedbeschouwd niet uit kon blijven. Hoe verbeten APOEL ook probeert te vertragen en tijd te rekken, aan alles voel je stilaan dat de muur vroeg of laat gaat breken.

^{Tekst gaat verder onder de video.}

Na rust verandert het spelbeeld amper. Klaas-Jan Huntelaar denkt de wedstrijd vroegtijdig te beslissen, maar de VAR constateert dat Ajacied Joël Veltman een fractie buitenspel heeft gestaan. Hakim Ziyech mist een opgelegde kans. Huntelaar krijgt de bal net niet over keeper Vid Belec heen getikt.

Het Amsterdamse overwicht is verpletterend, maar onmiskenbaar hangt lange tijd de dreiging in de lucht van een toevalstreffer. De bevrijding volgt na 79 minuten, als Dusan Tadic diagonaal de 2-0 binnenschiet, en het ‘Tadic on Fire’ weer als vanouds door het stadion galmt.