Acht van de twaalf eredivisieploegen gaan handballen in een alternatieve competitie van het Nederlands Handbal Verbond. Vanaf het weekeinde van 10 april treffen de deelnemers elkaar eenmaal. In juni speelt de top-2 in een best-of-two om de vriendschappelijke titel.

Borhave en DSVD zijn niet de enige ploegen op het hoogste niveau die afzien van deelname. Ook BFC (Beek) en Fortissimo (Cothen) sluiten niet aan. De Deurningse formatie maakte deze week bekend met Jan Majoor een nieuwe trainer te hebben aangetrokken en dat de speelsters conform het coronaprotocol van het NOC*NSF de zaaltrainingen spoedig willen hervatten.

Dat Borhave niet meedoet aan de alternatieve competitie heeft volgens trainer Herman Keppels vooral met financiële overwegingen te maken. Deelnemende teams zijn verplicht om de selectie ten minste tweemaal in de week te laten testen. De kosten hiervan zijn voor rekening van de club. „Dan heb je het zo over 1000 euro per maand. En dat keer vijf”, aldus de oefenmeester van de Bornse eredivisionist, die begrip heeft voor het besluit van de vereniging. „Natuurlijk wil ik graag spelen, en de meiden ook, maar het gaat nergens om.”

Keppels geeft aan dat het team sinds twee weken de training weer heeft hervat, na een gedwongen pauze van zeven maanden. „We doen vooral de basisdingen, veel draaien en keren. In augustus hoop ik dat we weer volle bak kunnen training voor de start van de nieuwe competitie.”

Hoe zijn ploeg er dan uit zal zien, is volgens Keppels afwachten. Nieuwe speelsters aantrekken is lastig, omdat zij niet mee mogen trainen. Duidelijk is wel dat Daphne Nijenhuis en Kim te Wierik het team verlaten. Lynn Kosterink en Eline Legtenberg (beiden zwanger) zijn met ingang van 2022 weer beschikbaar.