Martin Garrix trekt in Bahrein meer bekijks dan Verstappen

Door Arjan Schouten

Zijn we weer, terug in het Midden-Oosten. De Grand Prix van Bahrein, de vijftiende alweer. Ooit de eerste woestijnrace van Bernie E. Een rare noviteit toen in 2004, maar meer en meer begint het voorzichtig een klassiekertje te worden op de kalender. Vaste prik. Zoals heel het epicentrum van de sportwereld meer en meer verschuift naar het Midden-Oosten. Wielerrondjes, alleen in Vlaanderen heb je er nog meer dan hier. Een WK voetbal, Moto GP, nog een Formule 1-race in Abu Dhabi sinds 2009, mondiale eindtoernooien in het turnen, zwemmen, atletiek. Alle sport landt hier vroeg of laat wel eens in de zandbak rondom de Perzische Golf, waar je niks van crisis in de sport merkt en waar de oliedollars nog altijd veel mogelijk maken. Geen sportverslaggever die nog nooit in deze hoek van de wereld geweest is.

Maar ook daar hebben ze wat voor gevonden in oorden als Bahrein. Gaandeweg deze vrijdag werd het steeds drukker buiten de paddock, in de fanzone naast de hoofdtribune, toen de duisternis inviel tijdens de tweede vrije training barstte het er opeens van de mensen. Niet zo gek ook, daar treedt deze avond niemand minder dan Martin Garrix op. Morgen draait Kygo er aan de knoppen. En daar zijn de inwoners van Bahrein en Saudi-Arabië dus wel voor te porren. Vorig jaar deden Santana en Enrique Iglesias hetzelfde, maar toen was het in de fanzone nog een beetje behelpen voor de F1-bezoekers die vooral voor de muziek kwamen. Wat zitzakken en waterpijpen, meer was er toen niet. Nu is de fanzone veranderd in een soort kermis. Reuzenrad, zweefmolen, botsauto’s, balletje gooien, touwtje trekken, pistooltje schieten, een complete foodcourt is uit de grond gestampt. Alles kan er nu. Al die mensen moeten immers wat doen, tot Martin Garrix op het podium klimt. En alleen kijken naar die vliegensvlugge auto’s waar Max Verstappen in rijdt. Nee, dat is in Bahrein niet al leuk genoeg.