Twentse boeren bezorgen weidevogels natte poten: ‘Weidevogels horen bij het Twentse landschap’

Door water op een stuk boerenland te pompen maken de agrarische natuurbeheerders hun perceel nog aantrekkelijker voor weidevogels. In een natte, zachte bodem is het voedsel beter bereikbaar voor de vogels en groeien er planten waar hun kuikens veilig kunnen rondscharrelen.

In Twente gaat het om nieuwe natte gebieden bij Holten, Hellendoorn, Vroomshoop, Vriezenveen, Tilligte, Albergen en Geesteren. Er is subsidie beschikbaar voor in totaal honderd nieuwe plasdrassen in Overijssel. De meeste natte gebieden komen voor rekening van het noordwesten van de provincie. 

Provinciebrede projectleider Esther Graaskamp is blij met de korte lijntjes tussen de Twentse boeren en de vrijwilligers zoals de Vogelwerkgroep Geesteren. „We betrekken de vrijwilligers bij de inrichting van de leefgebieden voor de weidevogels. Samen kijken we naar geschikte locaties en de grootte van de een plasdrasgebied. Geesteren werkt ook met een van de drones die we hebben gekocht om nesten op te sporen voordat de boer gaat maaien.”

In de omgeving van Geesteren zorgt de actieve vogelwerkgroep ervoor dat daar dit jaar juist meer broedparen van grutto’s zijn. Volgens gebiedscoördinator Leonard Rouhorst is het werk van de vogelwerkgroepen belangrijk. „Weidevogels horen bij het Twentse landschap. Bovendien is de grutto een soort maat voor de stand van de biodiversiteit.”

De Geesterse werkgroep maakte begin mei ook het ambitieuze plan bekend om via crowdfunding 200.000 euro in te zamelen voor weilandirrigatie. Volgens Graaskamp staat die inzameling los van de subsidie voor de plasdrasgebieden. „Bij onze vernatting gaat het om relatief kleine gebieden van een halve tot een hele hectare. Bij irrigatie praat je over grotere percelen.”

Bekijk hieronder hoe de vogelwerkgroep in Geesteren met de drone werkt