Chenna vlucht voor tweede keer in korte tijd en belandt in Enter: ‘Ze zijn hier zó aardig’

Sinds afgelopen woensdagavond verblijven er 24 voor het oorlogsgeweld gevluchte Oekraïners in de net ingerichte opvanglocatie in Enter, het oude Hervormd Dienstgebouw aan de Oude Pastoriestraat. Ze kwamen met een bus, maar de meesten kenden elkaar niet. 

Burgemeester Doret Tigchelaar van Wierden kwam hen vrijdagmiddag welkom heten: „Hi, I’m Doret.” En passant deelde ze complimenten uit aan de vrijwilligers die het pand hebben ingericht en de lokale ondernemers die spullen regelden.

Chenna fungeerde als tolk. Hij is eigenlijk een dubbele vluchteling, want eerder moest hij als Berber het Noord-Afrikaanse land Algerije verlaten. Daar had hij eindelijk z’n draai gevonden als docent Engels en Frans. Hoe het leven was voor de oorlog uitbrak?  „Erg genoeglijk”, zei hij. „Peace, love, art and nice people.”

Ook in Enter komt hij alleen maar aardige mensen tegen. „Ze groeten op straat allemaal. En ze willen allemaal weten hoe ’t met je gaat en of ze iets voor je kunnen betekenen. Een heleboel Enternaren komen met dezelfde vraag hier langs in de opvang. Sommigen wel drie keer in de week. Ze zijn erg behulpzaam.”

Hij geeft het grif toe: eigenlijk komt er nu een kinderdroom voor hem uit. „Als jochie wilde ik altijd al graag naar Nederland. Vanwege die geweldige voetballers. Kluivert, de broertjes De Boer, maar vooral Van Basten. Die was de allerbeste. Wat doet ie eigenlijk tegenwoordig? En is hier in het dorp ook een voetbalclub?”